Dat wisselende gevoel bleef Kleibeuker ook eigenlijk de hele race houden, maar mede door de opzwepende muziek wist ze de pijn te verdringen. “Je krijgt een soort ‘kartelrandje’, je gaat wat harder en dan heb je weer een dipje. Maar als er dan een weer een goed nummer komt met een mooi hoog volume, dan helpt dat wel.”