Verken met de leerlingen de strategie ‘om de beurt’: eerst mag de één en dan is de ander aan de beurt. Maak duidelijk wanneer de ander aan de beurt is: bijvoorbeeld, ieder mag om de beurt een rondje rijden met de auto. Demonstreer met Aap en Tijger het ‘om de beurt’-principe en laat merken dat de handpoppen allebei blij zijn.
Laat ook een paar leerlingen voordoen hoe je om de beurt met de auto kunt spelen. Geef hen een opsteker. Maak specifiek wat goed werkt (bijvoorbeeld: duidelijk afspreken wanneer de ander mag).